– Door Frank Siera –
Dichterlijke vissers, tjottertjes en vogels van over de hele wereld: in de voorstelling Het Verdriet van de Zuiderzee, een samenwerking tussen Orkater en De Lawei voor Arcadia 2022, komen ze allemaal voor. Op het moment storten regisseur Geert Lageveen en acteur Nick Livramento Silva zich samen op de tekst, die in een bijzondere samenwerking tot stand komt. “Ik mag echt het leuke werk doen,” aldus Nick over het herschrijven van de teksten voor zijn eigen rol van Minne Minnes.
Geert vertelt: “In de voorstelling komen twee broers voor, Inne en Minne Minnes. De ene broer, Inne, wil zich ontwikkelen, hij heeft een tjottertje maar wil een grotere boot, een grotere visvangst, meer geld, misschien zelfs ooit een auto. Minne heeft genoeg aan wat er is. Minne is een vrij dichterlijk figuur, dus het leek me mooi als die een eigen taalgebruik zou hebben. Nick speelt Minne, maar is naast acteur ook theatermaker bij muziektheatercollectief DIEHELEDING, waar ze hun eigen tekst ontwikkelen. Zo ontstond het idee om Nick te vragen zijn eigen monologen te hertalen.”
Die vraag was een eer voor Nick. “De basistekst ligt er al, dus het is echt een privilege die op mijn eigen manier te herschrijven. Vanuit mijn affiniteit met rap ben ik de tekst aan het ‘verspokenworden’, met een eigen idioom en ritme. Soms schrijf ik de tekst op basis van een beat, soms hoor ik meer een eigen ritme in mijn hoofd. De klank en flow kan er op papier soms wat Sinterklaasrijmerig uitzien, terwijl er een hele gevoelswereld bij komt als je het hoort. Ik schrijf de woorden dus niet alleen, ik neem ze ook op. Dat zal zich straks in de repetities nog verder ontwikkelen met de muzikanten erbij.” Geert vult aan: “Dat is het mooie aan het werken aan een theatervoorstelling. We maken allemaal halffabricaten. Nick zal bij zijn teksten soms underscores nodig hebben, dan zal één van de componisten misschien met slagwerk iets ontwikkelen. Zo is alles een doorlopende wisselwerking.”
“De muziek wordt sowieso een enorm belangrijk onderdeel van deze voorstelling, juist ook om het gevoel te raken en uit het realisme te komen. Dat gaan we uitzoeken in de repetities: hoe komen de disciplines samen? Soms heb ik teksten geschreven waarvan ik weet dat het een muziekstuk moet worden, maar hoe weet ik nog niet. Soms gezongen, soms over muziek gesproken, soms met een beat. Ik vind het proces van het uitvogelen van de muzikaliteit in de repetities het allerleukst. Gelukkig werken we met enorme multitalenten: Nick heeft als acteur zijn eigen muzikaliteit in de taal, Jasper en Simme zijn acteurs maar spelen ook gitaar en piano, de andere acteurs Manoushka en Keja kunnen goed zingen, Harald Austbø speelt mee als cellist maar is ook een acteur, Radek en Sytze spelen allebei meerdere instrumenten. Het wordt een leuke uitdaging deze groep vogels bij elkaar te krijgen en een eigen muzikaal idioom te ontwikkelen.”
Deze groep vogels? “Er komt in de voorstelling een groep vogels aanvliegen van over de hele wereld, daarom is het zo goed dat we een heel internationale cast hebben. Vogels overbruggen enorme afstanden. De vijf acteurs en drie muzikanten starten als vogels en kruipen in de huid van de personages van het verhaal. De vogels zijn als een soort Grieks koor de hele voorstelling aanwezig en leveren commentaar op wat er gebeurt, ze houden ons als mensen een spiegel voor.”
Dat verhaal gaat over twee broers die op een klif aan de Zuiderzee wonen, maar vooral over een vrouw. “De hoofdpersoon is Grietje, een vrouw die vooruit wil en zich wil ontwikkelen. Ze wil uit het dorp weg. De broers Inne en Minne worstelen met soortgelijke dilemma’s: het speelt zich af rond de bouw van de Afsluitdijk en de ene broer is ervoor, terwijl de ander ertegen strijdt. In bepaalde zin past Grietje meer bij Inne, die ook vooruit wil, maar haar hart ligt bij Minne, die tevreden is met wat er is. Ze gaat verder met Inne, bij wie ze haar ambities kan vervullen, terwijl Minne in haar gedachten blijft. Uiteindelijk is de bouw van de dijk klaar – en hoe dan verder? Inne en Grietje moeten in de polder hun leven leiden en komen erachter dat ze hun leefomgeving hebben vernietigd. Ze leven nu in een volslagen kunstmatige omgeving, wat natuurlijk voer voor drama is.”
Nick wijdt uit over zijn rol: “Minne is een fascinerende figuur. Hij lijkt me iemand die minutenlang over de aantrekkingskracht van de zee kan praten. Hij kan genoegen nemen wat er al is, hij ziet er diepte in. In combinatie met een spoken word-achtige tekst kan dat zelfs een bijna activistisch karakter krijgen.” Geert knikt: “Hij verzet zich hevig tegen de bouw van de dijk, dus in die zin is hij absoluut activistisch.” Nick: “Er zijn in de geschiedenis altijd mensen met een sterke mening, maar die niet opgewassen zijn tegen grote politieke of economische apparaten. Zo is dit personage ook een ode aan mensen die tegen de stroom in durven te roeien en roepen, maar nauwelijks worden gehoord.”
Grietje, Inne en Minne zijn alledrie op echt bestaande personen gebaseerd. “Ik heb deze week nog hun haventjes gezien,” vertelt Geert. “Iedere keer als ik er ben wordt er weer een huis aangewezen waar ze gewoond hebben of hoor ik weer details over hoeveel kinderen ze hadden. In Friesland zijn ze ook al tot mythes uitgegroeid, zo is er het Minne Minnespaadje. Hij wordt niet voor niets de laatste visser van de Zuiderzee genoemd.”
“Er zijn in de voorstelling zeker overeenkomsten met de realiteit. Ze zijn broers, ze wonen op en rond de klif, ze hebben een haventje en een tjottertje, er is een verschil in karakter en een conflict tussen de twee en het verhaal speelt zich af rond de bouw van de Afsluitdijk. Grietje heeft ook echt bestaan. Grietje Bosker woonde in werkelijkheid niet op de klif, maar ze was wel een eendagsvliegberoemdheid als eerste vrouw die over de Afsluitdijk sprong. Daar is zelfs filmmateriaal van. Dit jaar, 28 mei 2022, is het precies 90 jaar geleden dat de Afsluitdijk gesloten werd. Dat werd groots gevierd. Opeens dook er vanuit een boot een meisje dat haar rokken optilde en op blote voeten de modder van de dijk oversprong. Daar begint mijn fantasie,” legt Geert uit. “Ik heb de vrijheid genomen Grietje tussen die broers te plaatsen.” Nick: “De echte Minne speelde viool, bij ons krijgt hij dus een eigen muzikale, dichterlijke taal.”
“Het is fantastisch hoe de werkelijkheid op ons af blijft komen,” vertelt Geert. “Ik kreeg via Orkater een mail van een vrouw die al een kaartje had gekocht. Zij vertelde dat de broer van haar vader een visser was die zicht heftig verzette tegen de bouw van de dijk. Hij heeft zelfs een half jaar na de bouw lood om zijn middel gebonden, is de zee ingelopen en heeft zichzelf verdronken. Alleen de pet bleef nog achter op het wateroppervlak. Dan denk ik gelijk: zou Minne dat ook gedaan hebben?”
“De begingedachte is altijd geweest: wat maak je kapot als je aan je omgeving gaat morrelen? Dan gaat het me niet specifiek om dat de dijk nooit gebouwd had moeten worden of nu moet worden afgebroken, maar het is wel tijd om na te denken hoe we verder moeten. Ik probeer zo weinig mogelijk moralistisch te zijn, ik wil dat je op een gevoelsmatige manier geraakt wordt en in het verhaal wordt gezogen. De vogels zeggen: mensen, sta eens stil. Ga naast Minne staan en kijk mee over de zee, naar de wolken.” Nick denkt hardop: “Dat is al bijna een vorm van spiritualiteit, een heel actuele behoefte. De vogels hebben letterlijk een overstijgend perspectief van het geheel en verbazen zich over de mens: waarom wil die toch altijd maar meer en nieuw? De personages bevinden zich meer op een menselijk niveau binnen dit familiedrama, veel meer ingezoomd.”
Geert vertelt over hoe hij schrijft voor zulke personages. “Om goed te kunnen schrijven probeer ik, net als de vogels, in de huid van de personages te kruipen. Zo ga ik een beetje met de personages meedromen, wat zouden zij willen of vinden? Minne zou denken: waarom zou ik meer vis moeten vangen dan ik kan opeten? Waarom zou ik naar Urk of zelfs naar Londen moeten om vis te verkopen? Zo kom ik steeds dieper in de thematiek. Ik merk bijvoorbeeld dat ik het steeds moeilijker vind om het woord IJsselmeer nog uit te spreken. Ik heb het liever over de zee, zoals mensen op die plek ook nog heel lang hebben gedaan. Daarbij komt Lely, de ingenieur van de Afsluitdijk, in de voorstelling alleen bij naam voor. Hij staat voor alles wat wij als mens kunnen maken, wat ongelooflijk knap is, maar waarvan we ons ook moeten afvragen of het ons helpt, of het nut heeft en of het niet onszelf vernietigt.”
“Ik wil graag dat de vogels in de voorstelling ook met een hoopgevend alternatief komen,” vertelt Geert. “Zo kwam ik uit bij Wolkenkoekoekstad, een term uit het stuk De Vogels van Aristophanes. In deze mythe vertelt Aristophanes over een stad in de wolken, gebouwd door de vogels. We denken als mensen misschien dat dat niet kan, maar het kan in ieder geval in je verbeelding. Misschien is het een stad alleen maar opgebouwd uit woorden. In ieder geval mag Lely er niet aan meewerken. 2300 voor Christus, toen Aristophanes het schreef, stonden vogels ook al onder grote druk en toen was Wolkenkoekoekstad de oplossing. Ik zou het mooi vinden als dat ook nu weer in Het Verdriet van de Zuiderzee zo kan zijn.”
“Een schrijfproces begint altijd enorm alleen,” vertelt Geert, “en langzaam komen nu al die eilandjes samen. Alles is volop gaande, op een heel bevredigende manier. We zitten middenin de samenwerking. Gisteren hebben de componisten een jamsessie met elkaar gehad, vorige week was ik op locatie met de technici en vormgevers en ondertussen wisselen Nick en ik materiaal met elkaar uit. Zo stuurde Nick me een monoloog uit de film There Will Be Blood op, als inspiratiemateriaal voor een tekst voor het personage IJsbrand, iemand die kolonisten werft voor de polder.” Nick: “Ik doe nu veel research. Het achterliggende verhaal van de Afsluitdijk, met de ecologische en culturele gevolgen, was me eigenlijk nog vrij onbekend. Ik stop me vol met die kennis, daardoor ontstaan beelden en dan ga ik aan de slag. Zo las ik net dat een tjotter zo licht gemaakt is dat die maar 12 centimeter in het water ligt. Daardoor kan een tjotter, in tegenstelling tot grote boten, overal heen en varen in heel ondiep water, zo lekker licht. Dat beeld blijft hangen en vindt dan een weg in het schrijven.”
“Tegelijkertijd ben ik een stadse jongen uit Rotterdam. De natuur die ik ken is de camping van mijn opa en oma. In mijn bagage zitten heel andere referenties. Bij beelden die in mijn hoofd opkomen moet ik steeds afwegen of ze een leuke, poëtische vervreemding toevoegen aan de tekst of dat ze te vergezocht zijn en te ver afstaan van het Friese verhaal. Dat is een leuk spanningsveld.” Geert: “Ik ben juist blij dat Nick een Rotterdamse jongen is. Hij is ook een stuk jonger en kijkt vanuit een andere generatie naar deze thematiek. Het verhaal in de voorstelling gaat niet alleen over Friese vissers, maar het staat voor iets groters. Zo verwijst het ook naar wat er in Suriname is gebeurd toen de Brokopondodam gebouwd werd en een enorm gebied onder water werd gezet, waar mensen woonden en hun doden hadden begraven. De voorstelling moet niet al te realistisch worden, dan doen we het per definitie fout. Door onder andere de muziek, die een meer abstracte gevoelslaag aanboort, blijven we daar vandaan. Het is een universeel verhaal.”